Helft van de jeugd-hulpvragen oplossen? 'Kinderen moeten meer samen spelen'
-
Spelletjes waarbij kinderen veel bewegen hebben een grote invloed op hun leven, nu én later. Dat stelt Koos Stienstra in het boek ‘ALLES op het SPEL‘. “Wat je fysiek doet, doet ook van alles met je psyche”, vertelt Stienstra bij Spraakmakers. Het zou zelfs zoveel invloed hebben dat we de jeugd-hulpvragen met 50% zouden kunnen verminderen wanneer kinderen vaker bewegingsspelletjes doen.
Schermtijd
Tikkertje, buskruid, Annamaria Koekoek en ga zo maar door. Kinderen speelden erop los, maar inmiddels wordt er steeds meer tijd doorgebracht achter een scherm. “Je ziet dus dat daar een verband is”, zegt Stienstra. “Waar de schermtijd enorm omhoog is gegaan en gewone speeltijd enorm is afgenomen, is tegelijkertijd het aantal kinderen met een zorg- en ondersteuningsbehoefte geëxplodeerd.”
Vaardigheden
Het is niet alleen bewegen wat er bij spelen komt kijken. Kijk maar naar tikkertje. “Dan gaat het om stilstaan, je omgeving scannen en daarop reageren en vervolgens doorgaan”, zegt Stienstra. “Dat is een vaardigheid die je als jong kind moet ontwikkelen en ook nodig hebt in heel veel andere situaties.”
Problemen
Ontwikkelingspyscholoog Marielle Balledux ziet er wel wat in: “Ik denk dat bewegen op alle ontwikkelingsgebieden een heel goede invloed heeft.” Balledux pleit ook voor meer bewegingsspelletjes. “Als kinderen meer de ruimte krijgen om te bewegen en om te spelen, zorgt dat ervoor dat ze lekkerder in hun vel zitten. Uiteindelijk zal dat zeker invloed hebben op hoe het ook later met hen gaat en op de eventuele ontwikkeling van problemen die ze niet aankunnen.”
Spierkracht
Stienstra wijst ook naar de vele kinderen die bijvoorbeeld naar school gebracht worden in plaats van dat ze zelf fietsen. “Dat betekent dat al deze kinderen met veel minder spierkracht naar school komen. Een aantal spieren zijn belangrijk om rechtop te kunnen zitten en heel veel kinderen hebben die spieren niet ontwikkeld. Dat frustreert en dan ga je afwijkend gedrag vertonen”, aldus Stienstra. “We weten allemaal dat er meer gespeeld moet worden”, concludeert Stienstra.